Waarom overzetten

Padden zijn koudbloedige dieren. Dit betekent dat zij de temperatuur aannemen van de omgeving.

In het najaar wanneer de temperatuur steeds verder daalt en er ook weinig voedsel voor de padden meer te vinden is, gaan de padden in ‘winterslaap’. Ze kruipen weg diep onder plantenafval of graven zich in de grond en komen zo in onderkoelde toestand de winter door.

De stijgende temperatuur in het voorjaar wekt de padden.

Na het ontwaken gaat een pad meestal direkt op reis naar het water waar hij of zij geboren is om daar ook zelf weer te paren.

Deze voorjaarstrek naar de voortplantingswateren is een hachelijke onderneming voor de padden, want dikwijls moeten zij op hun reis één of meerere wegen oversteken en vanwege hun koudbloedigheid zijn de padden in het vroege voorjaar nog erg traag.

Hoewel de gewone pad één van de meest voorkomende amfibieën in Nederland is, is hij wel wettelijk beschermd. Deze wettelijke bescherming is een reden om maatregelen te treffen om te voorkomen dat op bepaalde plaatsen er veel padden worden doodgereden.

De kans dat zij tijdens de trek doodgereden worden bij het oversteken is vrij groot. Daarom is overzetten een noodzaak.